Ze is weer thuis, Marijke,
Alles is weer gewoon.
Ze hangt voor de tv
Of aan de telefoon.
Op ieder net een spel,
Zij weet de antwoorden wel,
Maar ze doet niet mee.
Ze is weer thuis, Marijke,
Daar waar haar poppen staan.
Een kamer vol met meisje,
Maar het bed is opeens zo klein.
Geen sporen meer van schreeuwen,
Van gooien, huilen en pijn.
Ze is nooit hier weggegaan.
Ze is weer thuis, Marijke,
Daar waar haar boeken staan,
Nu staan er leugens in,
En de posters staren haar aan.
Haar moeder komt steeds binnen,
Wil iets gezelligs doen,
Maar Marijke heeft geen zin.
Nooit, nooit meer.
Ze is weer thuis, Marijke,
En er is niets gebeurd,
Ze heeft daar nooit gestaan
Met hem en een koffer vol met hoop,
Daaronder aan die trap,
Klaar voor de grote stap, nee,
Dat heeft ze nooit gedaan,
Nooit, nooit meer.
Ze is weer thuis, Marijke.
En dat hij groot en veel was,
En alles van alles wou weten,
Zacht en hard tegelijk,
Hoe mooi ze was, en rijk,
De namen die hij haar gaf,
Ze wou dat ze het vergeten was.
Ze is weer thuis, Marijke,
Ze gaat weer vrolijk uit,
Dan lacht ze veel en hard,
Dat weet ze wel.
En dat ze oppassen moet,
Als iemand aardig tegen haar doet,
Want ze huilt nog snel.
Nooit, nooit meer.
Nooit meer weer.
Liedtekst, album: Doe het niet alleen