Vrouwen zijn voor mijn plezier hier.
Liefde doe ik op mijn manier hier.
Wat achterblijft, doet mij geen zier.
Van leed vertrek ik geen spier.
Zelf ga ik natuurlijk voor, hoor.
‘t Kan mij niet schelen of ik stoor, hoor.
Aan gevoelens geef ik geen gehoor.
Ik ga altijd nog even door.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me.
Ik geef het al toe.
Ik weet niet wat ik doe.
Voor mij is het altijd feest.
Ik gedraag me als een beest.
Ik wil van iedereen en allemaal het meest.
En eerlijk ben ik nooit geweest.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me.
Ik geef het al toe.
Ik weet niet wat ik doe.
Niemand bezit mij.
Eigenliefde maakt vrij.
Alleen kom je er altijd uit.
Bewegen kan ook achteruit.
Dames zijn er voor mijn genot.
Zonder drank ga ik kapot.
Mijn lijf help ik naar God.
Mijn smaak verrot.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me, laat me met rust.
Laat me, laat me.
Ik geef het al toe.
Ik weet niet wat ik doe.
Liedtekst, album: Tegen de Tijd