In de Telegraaf van vrijdag 12 juni stond een mooi artikel over Bram zijn LP Rode Wijn:
Platenkastgoud: Vermeulens ’Rode wijn’
Leg de elpee onder de naald, schenk een goed glas in, bij voorkeur rood, en sluit je ogen. Wie goed kijkt ziet Bram Vermeulen door het trappenhuis sjokken, met in zijn ene hand de sleutel van zijn voordeur en in de andere een boodschappentas met daarin wat diepvriespizza’s, een halfje bruin, scheerschuim en een blok oude kaas.
Langs de uitpuilende asbakken, het binnenstebuiten gedragen ondergoed en de ongeopende enveloppen baant hij zich een weg naar de bank, waarop hij schaamteloos neerploft. Hij trekt een van zijn flessen rode wijn open. Moeite om een schoon glas te pakken doet hij allang niet meer.
Bestaat er een mooier en pijnlijk herkenbaarder, Nederlandstalig, scheidingslied dan Rode wijn? „Ik pis weer net als vroeger in de wasbak, slapen doe ik met mijn kleren aan. (…) Ik ben niet meer gewend aan stilte, en zeker niet zo lang. De vrijheid die ik terug wou hebben, maakt me eigenlijk bang. Toch is het niet dat ik haar mis. ’t Is ongewoon, nog even. Niemand, niemand heeft zich vergist. ’t Is wennen aan m’n eigen leven.”
Vreugde en verdriet
De liedjes die op het gelijknamige album uit 1988, geproduceerd door Boudewijn de Groot, staan worden mooier naarmate je er vaker naar luistert. Net als goede rode wijn, cliché alert: hoe ouder, hoe beter. Vermeulen heeft het delen van eigen ervaringen en het zingen over wat hij ziet tot kunst verheven. Aan de hand van alledaagse dingen, en met zijn mooie, hese stem, weet hij vreugde en verdriet prachtig neer te zetten.
Relatie
In het nummer Vreemde eend beschrijft hij de relatie die hij heeft met de kinderen van zijn nieuwe vriendin: „Maar goedemorgen zeggen, dat moet toch kunnen? (…) En ik weet, elke verandering kost tijd.” Een ander kleinood is het tragische Willem II, naar het sigarenmerk, over een bejaard echtpaar. Als de man overlijdt en de vrouw alleen boodschappen moet doen, vergeet ze dat ze geen sigaren meer voor hem hoeft mee te nemen. Ook De steen is van ongekende schoonheid. „Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde ’t bewijs van mijn bestaan.”
Vermeulen, die met een beetje goede wil kan worden gezien als de schakel tussen de jaren zestig zeventig (Boudewijn de Groot en Cornelis Vreeswijk) en de jaren negentig (Acda en De Munnik en Maarten van Roozendaal), overlijdt in 2004, op vakantie in Italië, aan een hartaanval. Is hij op waarde geschat? Niet echt. Maar ach, er is Rode wijn. „Kom laat ons vrolijk zijn.”
Rick Kraus